Carola van der Wilk zit al dertien jaar in het vak als verloskundige en sinds 2006 ook als echoscopiste. Als klein meisje wist ze al wat ze wilde worden: *Toen dacht ik ‘dit is echt gaaf, dit is ZO mooi!*’

Hoe werd je belangstelling voor verloskunde gewekt?

“Mijn moeder is kraamverzorgster geweest. Toen ik een jaar of twaalf was is mijn jongste broer geboren en ik heb daar best wel veel van meegekregen. Ik ben toen al gaan denken of ik daar later niet iets mee kon. En toen bleek dat ik niet in de kraamzorg wilde, maar juist in de verloskunde, juist dat stukje waarbij je de zwangerschap begeleidt en uiteindelijk dan de geboorte. Toen is de interesse al wel gewekt. Ik was natuurlijk nog hartstikke jong, maar het ging steeds meer vorm krijgen.”

Werd het alles wat je ervan verwachtte?

“Ik was vrij jong toen ik aan de opleiding begon, ik was net 18, en dan weet je eigenlijk niet waar je instapt. Ik had nog weinig levenservaring. Het is gewoon nog veel mooier dan ik gedacht had. Een van mijn eerste bevallingen, ik mocht bij de bevalling van een nichtje van me zijn. Ik had voor verloskunde gekozen, maar ja, wat is nou een bevalling? Ik had dat nog nooit gezien. Toen ben ik bij de geboorte van haar jongste zoon geweest en dat was echt fantastisch. Toen dacht ik ‘dit is echt gaaf, dit is ZO mooi!’”

Inmiddels ben je ook echoscopiste, waarom ben je dat erbij gaan doen?

In 2006 ben ik de echo opleiding gaan doen, ik wilde mijn vak graag wat breder maken. Er zijn niet zoveel dingen die je naast verloskunde kan doen en echoscopie is juist iets dat er heel goed bij aansluit. Ik ben begonnen toen er 20-weken echo’s gekomen zijn en combinatietesten. Wat ik er eigenlijk heel leuk aan vind en waar ik me steeds meer bewust van word, is dat er daar nog heel veel in ontwikkeling is: in de techniek, in de apparatuur, er gebeurt gewoon heel veel. Je kunt ook steeds gedetailleerder kijken. Dat maakt het natuurlijk ook moeilijker, ik ben toch aan het screenen op afwijkingen, maar dan is het ook wel heel fijn dat ik verloskundige ben: dan heb je ook extra kennis en dat gebruik ik aan beide kanten. In de opleiding verloskunde krijg je zoveel communicatieve vaardigheden, dus daar maak ik ook dankbaar gebruik van.”

Wat zijn de grootste veranderingen de afgelopen jaren?

“De digitale zwangerschapskaart! Toen ik begon werd alles nog met de hand geschreven, die ontwikkeling vind ik echt ideaal, een enorm goede ontwikkeling in de verloskunde, en dat we veel meer geprofessionaliseerd zijn de laatste jaren, er zijn veel meer protocollen, veel meer richtlijnen, de beroepsorganisatie is nu ook veel professioneler.”

Zijn al die veranderingen goed?

“Op sommige momenten denk ik wel eens ‘was het nog maar zoals vroeger’. Nu moet je zoveel informatie geven. Toen ik bij voorbeeld begon kwam iemand met dertien weken binnen, en dan zei ik ‘nou leuk, u bent zwanger!’ en dan gingen we de zwangerschap in. Nu melden ze zich aan en wil je ze het liefst al bij acht weken op het spreekuur hebben om ze voor te lichten over de combinatietest en de 20 weken echo. Je bent dus aan het vertellen wat er allemaal niet goed zou kunnen gaan. Dat is de tijd, maar het is niet altijd leuk voor mensen. Dat is jammer, want mensen zijn juist zo blij dat ze zwanger zijn en dan komen wij met ‘heb je daar wel aan gedacht en heb je daar wel aan gedacht’. Nogmaals: het is goed dat het gebeurt en het is de tijd, maar of het nou leuk is voor de mensen om zo te beginnen…”

Wat vind jij? Verlang je ook wel eens terug naar ‘vroeger’ of ben je juist dolblij met alle nieuwe ontwikkelingen? Laat het ons weten!