Alle goede voornemens ten spijt wordt er nog flink doorgepaft, ook door aanstaande moeders.
Daarom is de V-MIS, de Minimale Interventiestrategie Stoppen met roken voor de Verloskundigenpraktijk, verplicht gesteld. Op papier een enorm succes, maar in de praktijk blijken er nog wel wat haken en ogen aan te zitten. Reden voor het Trimbos-instituut om te onderzoeken waar die knelpunten dan precies zitten. Onatal sprak Petra Hopman van het Trimbos-instituut:
Wordt er nog wel zoveel gerookt?
“Jazeker! Nog best wel heel veel eigenlijk, uit recent onderzoek bleek dat 8,6% van de zwangere vrouwen dagelijks rookt. Het gaat dan vooral om vrouwen met een lagere sociaal economische status. Het is ook lastig, het is een verslaving, maar daarom is het ook zo belangrijk dat deze vrouwen worden ondersteund. Ze willen vaak wel stoppen, maar het blijkt in de praktijk gewoon heel erg moeilijk.”
Durven zwangere vrouwen wel te zeggen dat ze roken? Het is zo’n taboe?
“Reacties zijn vaak best heftig als een zwangere vrouw zegt dat ze rookt, dus ik snap heel goed dat je dan wel drie keer nadenkt voordat je dat gaat vertellen. Daarom is V-MIS er ook heel erg op gericht om niet belerend te zijn, maar om vooral mee te denken. Wat zijn je belemmeringen? Wat motiveert je? En dus zeker niet met het vingertje omhoog zeggen ‘jij moet NU stoppen’. De ervaring leert dat dat geen effect heeft.”
Is V-MIS verplicht voor verloskundigen?
“Ja, het is verplicht om een rookprofiel op te stellen, de vraag moet gesteld worden en als de zwangere dan aangeeft dat ze rookt dan moet de verloskundige vragen of ze misschien zou willen stoppen en wijzen op de mogelijkheden die er zijn om haar daarbij te helpen. De verloskundige kan dat zelf doen, maar als de zwangere om wat voor reden dan ook meer ondersteuning nodig heeft is het ook heel legitiem om haar door te sturen. Bij voorbeeld voor intensievere vormen van stop-begeleiding, via de telefoon of persoonlijke coaching. De verloskundige is het eerste aanspreekpunt, dus dat is een hele belangrijke rol.”
Waarom nu dat nieuwe onderzoek?
“Op papier klinkt de V-MIS heel mooi, uit een evaluatiestudie van een paar jaar geleden bleek ook dat het prima ging, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Uit het veld horen we van verloskundigen dat het nog best wel lastig is om die vragen te stellen en te registreren. Vooral omdat de zwangere vrouwen niet alleen te maken hebben met de verloskundige maar in een heel netwerk zitten met gynaecologen en andere specialisten. Dus dan krijg je ook met overdracht te maken. Het is niet altijd duidelijk wie wanneer wat zou moeten oppikken. Uit recent onderzoek blijkt dat maar 4 op de 10 verloskundigen de V-MIS starten en dat deze bijna nooit helemaal doorlopen wordt. Dat is moeilijk te rijmen met die eerdere berichten dat het allemaal prima ingeburgerd is. Wij willen nu uitzoeken of die geluiden die we horen uit het veld losse flodders zijn of dat de bezwaren breder worden gedragen. In dat laatste geval moeten we daar natuurlijk iets mee.”
Zou iedereen dat wel eerlijk willen zeggen? Omdat het verplicht is?
“Ook hier gaan we niet beschuldigend te werk, helemaal niet ‘jullie doen het niet zoals het moet’, maar we willen het graag weten zodat we er iets aan kunnen doen als dat nodig mocht zijn. Als er factoren zijn waardoor dit gewoon lastig in te vlechten is in de dagelijkse praktijk van een verloskundige dan moet dat boven water komen zodat we op systeemniveau kunnen kijken wat er anders moet. Om het de verloskundige gemakkelijker te maken.”
Vanaf medio februari kun je deelnemen aan dit onderzoek door een online vragenlijst in te vullen. Je krijgt hiervan nog bericht via diverse kanalen, waaronder deze nieuwsbrief. Hou die dus in de gaten! Mocht je al vragen hebben, dan kun je contact opnemen met Petra Hopman (PHopman@trimbos.nl).
Wat voor invloed de V-Mis bij jou in de praktijk? Laat het weten in onderstaande commentaren en deel jouw ervaringen met collega verloskundigen.