Lisette Nolten is verloskundige bij verloskundigenpraktijk Otis. Zij nemen deel aan een pilot programma met het Haga Ziekenhuis in Den Haag en twee andere eerstelijns praktijken om integrale zorg op poten te gaan zetten:

“De pilot duurt een jaar en loopt tot september. We hebben ervoor gekozen om te starten met het gezamenlijk doen van intakes. Dat is heel leuk en lijkt goed te lopen. Er zijn ook al een aantal (gezamenlijke) zorgpaden ontwikkeld en toegepast bij zwangeren. Dat is vrij uniek denk ik.

Waar doen jullie de intakes?

“De intakes doen we in het ziekenhuis omdat daar nog steeds een aanzienlijke groep zwangeren terechtkomt die misschien wel helemaal geen medische indicatie heeft. Mensen die bij ons starten en een medische indicatie blijken te hebben, worden volgens de VIL doorverwezen. Maar er lopen nog steeds veel mensen onterecht in de tweede lijn met helemaal geen, of zulke milde indicatie dat we die zorg samen wel kunnen doen. Elke week bespreken we de intakes en wordt er van elke zwangere afzonderlijk beslist welk zorgpad ze krijgt. Aan de mensen die best in de eerste lijn kunnen, wordt voorgesteld dat ze naar de verloskundige gaan. We hebben ondertussen al wat gezamenlijke zorgpaden ontwikkeld en uitgezet waarbij zwangeren met een milde indicatie deels door de eerste lijn (door ons dus) en deels door de tweede lijn gecontroleerd worden. Het kan voorkomen dat mensen die de eerste keer toen ze zwanger waren een medische indicatie hadden en nu “ineens” niet meer. Dat vinden ze soms toch een beetje een raar idee. Voor die mensen is er een gezamenlijk zorgpad waarbij ze toch ook nog twee keer bij de gynaecoloog mogen komen. Dus zo doen we dat leuk samen.”

Waarom denk je dat de samenwerking zo soepel verloopt?

“Dat het zo goed gaat komt denk ik ook wel omdat wij al tientallen jaren met het Haga ziekenhuis samenwerken, dus we hadden al een heel goed contact. Wat ons betreft bevalt dat heel erg goed en volgens mij vindt de tweede lijn het ook heel goed gaan. In september wordt de pilot uitgebreid, dan komen er nog een aantal praktijken bij, en wordt het wat ‘werkelijker’. Dan gaan we echt zien of dit goed gaat lopen en of dit iets voor de toekomst is.”

Wat zou jij het liefste als uitkomst zien?

“Ik weet niet wat de toekomst gaat brengen, maar ik zou graag zien dat het fenomeen tweedelijns verloskundige “verdwijnt”. Eerder een verlengde arm constructie waarbij verloskundigen ook bevoegdheden hebben in het ziekenhuis. Er zijn zat verloskundigen, geef ze gewoon meer bevoegdheden! Als je dat goed afspreekt, en blijkbaar kan dat, want dat kan ook met de tweedelijns verloskundigen, dan had die beroepsgroep niet eens hoeven ontstaan! Dan zouden wij veel minder mensen verliezen aan de tweede lijn en dan was de gezondheidszorg denk ik ook niet zo ongelooflijk duur geworden. Wat ik graag zou zien is dat wij mensen met een milde medische indicatie weer gewoon in de eerste lijn zien/houden. Dat wij die baringen gewoon kunnen gaan doen. Onder toeziend oog van de gynaecoloog daar waar nodig, maar waarom zou ik geen dame kunnen begeleiden die pijnstilling heeft gehad, of meconiumhoudend vruchtwater? Er moet daarvoor waarschijnlijk in de wet het een en ander aangepast worden, zodat het wettelijk gezien mag, maar dan kunnen we een aantal knelpunten in de zorg oplossen. Eigenlijk zou ik het allerliefste de bevoegdheden hebben van een tweedelijns verloskundige, maar dan wel met mijn eigen praktijk.”

Hoe denk jij hierover, en hoe zou dit bereikt kunnen worden?