Als je willekeurig aan 10 verschillende moeders zou vragen om hun ervaringen met betrekking tot de geboorte van hun kinderen te vertellen, dan is de kans groot dat je tien total verschillende ervaringen te horen krijgt.

Het is mogelijk dat een aantal onder hen epidurale bevallingen hadden en sommigen een keizersnede. Anderen hadden een kunstmatig ingeleide bevalling en misschien maar vijf van de tien moeders bevielen ‘op eigen kracht’.

Eens al die verschillende evaringen op een rijtje gezet, wat kun je eigenlijk een normale bevalling noemen?
De discussie over wat normaal en wat juist niet normaal is bestaat al een tijd, met veel van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) richtlijn als aanleiding van deze discussie. Die richtlijn gaat over het trachten te beperken van onnodige medische ingrepen bij een bevalling. (1)
De aanbevelingen van de WHO stoelen op de veronderstelling dat een veelvuldig medisch ingrijpen tijdens de bevalling een verhoogd risico inhoudt op een negatief resultaat voor zowel moeder als kind.
Als reaktie op die aanbevelingsrichtlijn van de WHO, hebben verschillende organisaties van de Verenigde Staten en Canada een advies op papier gezet over wat nu eigenlijk de definitie is van een ‘normale’ geboorte en hoe belangrijk het is om de resultaten te blijven verbeteren voor moeders en baby’s.

Een greep uit de 2008 ‘Canadese ‘Joint Policy Statement on Normal Childbirth’

Een normale bevalling is wel:

‘Een spontaan begin, met inschatting van een laag risico bij de aanvang van de weëen en de bevalling zelf. De baby wordt zonder medische hulp geboren in de vertex houding, na een zwangerschap van 37 tot 42 weken. Een normale geboorte houdt direct lichaamscontact in van de moeder met de pasgeborene, en een eerste aanzet tot borstvoeding binnen een uur na de geboorte.

Een normale bevalling kan ook mogelijke complicaties hebben zoals bloedingen en letsels ten gevolge van de geboorte, en zelfs opname in de neonatale intensive care unit.
Onder een normale geboorte valt ook het kunstmatig ingrijpen, als de omstandigheden dat vragen, en dient om een normale vaginale bevalling te vergemakkelijken.’

Een normale bevalling nog volgens dit advies, is niet:

  • Een kunstmatig ingeleide bevalling bij een zwangerschap tot 41 weken
  • Spinale anesthesie
  • Gehele anesthesie
  • Vacuümextractie en verlostang
  • Keizersnede
  • Routinematige toepassing van episiotomie
  • Continue electronische bewaking van de foetus bij een laag risico
  • Foute positie van de foetus

Volgens het advies heeft een ‘normale bevalling’ niet dezelfde betekenis als een ‘natuurlijke bevalling’.
Natuurlijke bevalling wordt gedefineerd als een ‘bevalling met weinig of geen menselijke ingrepen’.
De term ‘natuurlijk’ is in die zin veel strikter als de term ‘normaal’.

Het is belangrijk om niet te vergeten dat een normale bevalling niet per definitie een natuurlijke bevalling moet zijn. Het is ok om medische ingrepen bij de bevalling te accepteren àls er een verhoogd risico is voor moeder, kind of beiden.
Medische ingrepen bij de bevalling kunnen helpen als ze heel bewust, en onder de grootste voorzorg, worden genomen in situaties waar het gebruik ervan verantwoord is met als doel het welzijn van moeder en kind.

Dank aan Lisa Baker van Mothers of Change.
http://www.mothersofchange.com

1) World Health Organization. Care in Normal Birth: A Practical Guide. World Health Organization;

1996.http://www.who.int/maternal_child_adolescent/documents/who_frh_msm_9624/en/