Drie jaar na de introductie van het begrip integrale zorg publiceerde het CPZ (College Perinatale Zorg) onlangs een brief met drie leidraden en een definitie van integrale zorg op hun website. Die definitie roept nogal wat weerstand op : wollig taalgebruik, weinig concreet, en er lijkt nauwelijks overleg te zijn geweest met de mensen waar het om draait: de moeders! Vindt Joyce Hoek-Pula, doula en voorzitter van De Geboortebeweging. Joyce maakt zich sterk voor meer inspraak van alle moeders, ook die van gezonde kinderen. “Iedereen verdient aan de (gezonde) zwangere, behalve de zwangere zelf. “
Dit is de definitie van Integrale (Geboorte) Zorg volgens het CPZ:
“De term “Integrale (Geboorte) Zorg” staat voor het streven naar oriëntatie op de zorgvraag van de zwangere, waarbij door een constante evaluatie van de kwalitatieve uitkomsten en de cliëntervaringen de zorg kwalitatief beter, effectiever en doelmatiger wordt. Door uit te gaan van het perspectief van de zwangere en de beschikbare evidence-based kennis wordt de fragmentatie van het huidige aanbod georiënteerde zorgstelsel voorkomen en wordt continue, gecoördineerde en kwalitatief goede zorg geleverd. Van belang voor integrale zorg is dat de betrokkenen in planning, financiering en het verlenen van diensten een gedeelde visie hebben, gebruik maken van gecombineerde processen en mechanismen, waarbij verzekerd wordt dat het perspectief van de zwangere altijd centraal staat.”
“Nou zeg t maar, kan jij daar chocolade van maken? Zegt Joyce. “Het is een hele vage definitie en ook de concrete gevolgen zijn onduidelijk. Het is erg wollig taalgebruik, echte ambtenarenbrij. Bovendien is deze definitie niet in overleg met gezonde zwangeren opgesteld, alleen maar met mensen uit het NPCF. Dat is een paraplu-organisatie voor allerlei patiëntenverenigingen, zoals Ouders van Couveuse Kinderen, Kind en Ziekenhuis e.d. Zij vertegenwoordigt de zwangere in de stuurgroep in het CPZ, maar heeft in haar achterban geen organisatie(s) zitten die zich specifiek inzet voor de belangen van de (gezonde) zwangere en haar (gezonde) kind. Het OuderSchap heeft weliswaar zitting in één commissie in het CPZ, maar dat is te weinig voor goede vertegenwoordiging. De GeboorteBeweging heeft geen plaats in het CPZ. De zorg gaat drastisch veranderen voor de zwangere, maar dat wordt heel slecht gecommuniceerd. Er is geen zwangere die dit helemaal uitleest en er dan iets van begrijpt. Die denken, natuurlijk, ‘ze zullen het wel weten, laat maar’.”
Waarom kwam het CPZ eigenlijk met een definitie?
“Het is natuurlijk raar dat het CPZ 3 jaar na dato met een definitie komt, die vervolgens ook nog eens onleesbaar en onbegrijpelijk is. De opdracht van het CPZ is om verbeteringen in de geboortezorg aan te brengen, die de babysterfte naar beneden brengen. Integrale Zorg is een term, het was tot voor kort niet gedefinieerd, maar er waren al wel her en der projecten opgestart om Integrale Zorg (in de vorm van gezamenlijke intakes etc.) te implementeren, zonder na te gaan of de uitkomsten er wel beter van worden. Intussen gaat de babysterfte nog steeds omlaag, zonder dat daar een systeemverandering voor nodig is. Gewoon omdat er beter samengewerkt wordt. Ik denk dat ons huidige systeem juist zo goed is omdat we allemaal met een andere bril naar de zwangere kijken: de gynaecoloog meer medisch en de verloskundige meer fysiologisch. Dat vult elkaar mooi aan. Als je een systeem wilt laten werken, dan moet je dat baseren op vertrouwen, en voor vertrouwen onderling is het funest als je steeds harder moet vechten om je geld. Iedereen verdient aan de (gezonde) zwangere, behalve de zwangere zelf. ”
Joyce heeft ook een idee dat misschien wèl zou werken:
“Ik stel voor dat we een denktank oprichten met daarin heel veel verschillende soorten mensen: zwangeren in alle soorten en maten, verloskundigen, gynaecologen, iedereen die te maken heeft met de geboortezorg, maar ook kunstenaars en filosofen. En dan samen gaan zitten onder professionele begeleiding, het proces professioneel laten begeleiden door iemand die bedreven is in het begeleiden van veranderingstrajecten. Dat is wat er nu aan schort: iedereen vindt wat, iedereen kijkt vanuit z’n eigen beroep – er is iets overstijgends nodig om dit uit het moeras te trekken. De wereld draait zo om angst, om die babysterfte, maar verregaande protocolisering maakt die angst alleen maar groter. En er komt zoveel meer bij een geboorte kijken: het is het begin van een gezin, de borstvoedingskwestie, de gezondheid van zowel moeder als kind op langere termijn. Ik zou willen dat daar meer aandacht voor kwam.”
Wat vind jij? Laat het ons weten in de comments!