Studies op wereldvlak tonen aan dat er een duidelijk verband is tussen de Body Mass Index (BMI) en zwangerschapscomplicaties.
Samengevat komt het er op neer dat het risico op vroeggeboorte toeneemt bij vrouwen met ondergewicht, daar waar vrouwen met overgewicht en obesitas een veel hogere kans hebben op zwangerschapsdiabetes, zwangerschapshypertensie en obstetrische complicaties zoals keizersnede, macrosomie, structurele geboorteafwijkingen en doodgeboorte.

Naast een definitie van BMI is het nuttig een algemeen idee te hebben over de prevalentie van maternale zwaarlijvigheid én ondergewicht in de wereld.

Het steeds maar toenemen van met name obesitas, doet het risico op sterfte toenemen bij de algemene bevolking, en zorgt rechtstreeks voor een enorme stijging van de gezondheidskosten. Als deze trend doorgetrokken wordt naar zwangere vrouwen, ziet men dat dit ernstige gevolgen kan hebben op zowel de maternale als de neonatale zwangerschapsuitkomsten.

De eerste studies over zwangerschapscomplicaties bij vrouwen met overgewicht dateren van vlak na de tweede wereldoorlog. Sindsdien zijn er verschillende onderzoeken gebeurd die een duidelijk verband hebben aangetoond tussen het BMI van de zwangere en negatieve obstetrische en perinatale uitkomsten.

Maar naast een toename van het BMI, is er met name in ontwikkelingslanden vaak ook sprake van ondergewicht en ondervoeding bij de moeder. Ondergewicht kan eveneens, net als overgewicht en obesitas, aanleiding geven tot een toename van bepaalde zwangerschapscomplicaties.

Maar wat is nu precies de definitie van Body Mass Index (BMI)?

Het is een tabel die gebruikt wordt om volwassenen te classificeren in groepen naar gelang hun gewicht in relatie tot hun lengte.
Deze verhouding tussen gewicht en lengte van een persoon zijn
onafhankelijk van de leeftijd en gelijk voor man en vrouw.

Het BMI cijfer wordt beïnvloed door etniciteit en genetische voorbeschiktheid. Tussen verschillende populaties bijvoorbeeld, kan eenzelfde BMI niet overeenkomen met eenzelfde graad van vetpercentage. Dat komt omdat er tussen de populaties verschillen kunnen zijn in lichaamsbouw (verhoudingen van vet-, spier-
en botweefsel) en lichaamsproporties. (WHO, 2000).

Door die verschillen in lichaamsbouw kan het soms moeilijk zijn om risico’s geassocieerd met bepaalde BMI-categorieën (zoals obesitas) te vergelijken tussen verschillende populaties.

Desondanks is het een goede indicator om een idee te krijgen over het percentage lichaamsvet. Zeker bij een BMI van meer dan 30, kan men zeker zijn dat er sprake is van een excessieve vetmassa in het lichaam.
In het algemeen kan uit de studies in ieder geval afgeleid worden dat de kans op sterfte (door bv hypertensie, hart infarct of diabetes mellitus) toeneemt naargelang het BMI getal van de patiënt hoger is.

Hieronder de BMI tabel:

  • Ondergewicht: < 18,50
  • Normale BMI 18,50 – 24,99
  • Overgewicht > 25,00
  • Pre-obees 25,00 – 29,99
  • Obees > 30,00

Hoe ga jij hier mee om?

Gewicht van de vrouw is een gevoelig onderwerp. Hoe wijs jij de zwangeren op de mogelijk ernstige gevolgen?